Noortje de Kok

Kinderboeken zijn voor alle leeftijden. Van kleuter tot opa en van puber tot zakenman. Ja, want ook volwassenen kunnen net als kinderen genieten van de wereld die een fijn kinderboek voor je opent! Niets is zo heerlijk als een boek waar je om kunt lachen, huilen, huiveren of bij wegdromen.
Bespreking(en) door Noortje de Kok
Het boek dat niemand wilde lezen is een bijzonder, grappig, melig en ook nog leerzaam verhaal. Een boek dat je tóch wilt lezen
Een boek dat tegen de lezer praat en een verhaal vertelt waarin zowel de lezer als een boek de hoofdrol spelen. Verwarrend? Jazeker. Mede daardoor is Het boek dat niemand wilde lezen een bijzonder, grappig, leerzaam en melig kinderboek. Een humoristisch verhaal dat dankzij de toon en de vele grappige illustraties veel kinderen zal aanspreken.
Wie weet er beter hoe het is om een boek te zijn dan een boek zelf? Lezers die je mishandelen (ezelsoren maken of je rug kraken), je niet uitlezen of zelfs nooit aan je beginnen. En ook schrijvers hebben geen idee hoe het is om een boek te zijn. En om daar verandering in te brengen begint het boek een verhaal te vertellen over een ander, bijzonder boek. Een Boek Dat Niemand Wilde Lezen. Totdat er een lezer het boek opmerkt.
Het boek dat niemand wilde lezen is een melig en absurd verhaal waarin de lezer een belangrijke rol gaat spelen in het verhaal zelf. Het taalgebruik doet door de humor en zelfspot erg denken aan cartoons. Een ook de vele melige illustraties van Tor Freeman zullen kinderen erg aanspreken.
Maar - zoals het boek zelf ook zegt - gaat het niet alleen om de buitenkant en de mooie illustraties. Het boek is stiekem ook leerzaam. Je leert wat over verschillende soorten boeken, over covers, over de speciale band tussen boeken en lezers en wat er gebeurt als boeken niet meer gelezen worden.
Een aanrader voor lezers tussen 10 en 12 jaar die veel van lezen en boeken houden, en zeker ook voor kids die gek zijn op melige humor en grappige illustraties.
Dit prachtig vormgegeven boek verovert dankzij het thema en de mooie illustraties een plekje in je hart.
Een opvallend jeugdboek is De schuilplaats zeker. Van schutblad tot cover is het boek voorzien van prachtige zwart-wit illustraties van de hand van de auteur Pam Smy. Ze verbeelden op een heel mooie manier de hoofdstukken waarin het hoofdpersonage Billy “aan het woord is”. De hoofdstukken die vanuit het perspectief van Billy’s moeder zijn geschreven hebben geen illustraties en maken bovendien gebruik van een ander lettertype. De illustraties zijn niet alleen ondersteunend in de zin dat ze het verhaal mee-vertellen; tegen het einde van het verhaal zijn ze steeds nadrukkelijker aanwezig en nemen ze de rol van de woorden zelfs over. Dat er daarna drie pagina’s tekst volgden die het beeldverhaal nog eens navertelden en uitlegden wat er te zien was, vond ik een beetje overvloedig. De illustraties alleen waren - wat mij betreft - al krachtig genoeg.
De schuilplaats gaat over een best wel heftig onderwerp als huiselijk geweld. Er wordt heel mooi beschreven hoe een dergelijke situatie is ontstaan, hoe zaken langzaamaan van kwaad tot erger worden en vooral ook hoe lastig het is om aan een dergelijke situatie te ontsnappen. Dat blijkt zowel uit de verhaallijn van Billy zelf, als die van zijn moeder. De belangrijkste boodschap van het verhaal is vooral dat het nooit te laat is om dingen te veranderen en dat je jezelf en anderen weer kunt terugvinden. Want de kracht van liefde is heel erg sterk.
De schuilplaats is een realistisch verhaal met op het einde een vleugje magie. Een verhaal met een mooi thema en een fijne boodschap dat ook nog eens in een heel mooi jasje gestoken is.
Een mooi portret van twee jonge pubers die proberen te dealen met wat er in hun leven gebeurt.
Struikmeisje is een mooi en lekker vlot lezend boek waarin actuele thema’s als “anders zijn”, diversiteit en ook de natuur een belangrijke rol spelen. De twaalfjarige Erie die probeert om te gaan met het feit dat ze “anders” is. Ze is mensenschuw en het liefst verstopt ze zich en de struiken en observeert mensen van een afstandje. Totdat ze Bas ontmoet. Hij weet haar beetje bij beetje uit haar isolement te halen en haar vertrouwen te winnen.
In dit boek komen best wel stevige thema’s aan de orde. Zo gaat het niet alleen over het anders zijn van Erie, maar ook over de naderende scheiding van de ouders van Bas. Tineke Honingh schrijft in een nuchtere stijl over gevoelens en emoties van deze twee kinderen, die ieder op hun eigen manier omgaan met hun “anders zijn”. Ondanks deze thematiek wordt het boek nergens zielig of sentimenteel, maar juist realistisch met af en toe een portie relativerende humor. Het boek is daardoor erg prettig leesbaar en de nadruk ligt vooral op het ontstaan van een bijzondere vriendschap.
Struikmeisje is een fijn boek voor kinderen die graag lezen over gevoelens en thema’s als anders zijn en diversiteit. Het leest makkelijk, is niet zwaar op de hand en bevat ook de nodige humor. Een herkenbaar en toegankelijk boek voor lezers tussen 10 en 12 jaar.
Een fijn boek waarin liefde voor dieren mooi gecombineerd wordt met een spannend avontuur.
Dat een spannend kinderboek niet altijd hoeft te gaan over mysterieuze gebeurtenissen of magische werelden bewijst dit boek. Jack en Twitch moeten zien te voorkomen dat er jacht wordt gemaakt op een zeldzame lammergier. Gespot is een realistisch verhaal waarin natuur, vogels en klimaat een belangrijke rol spelen, maar dat bovenal ook een spannende detective is en waarin vriendschap centraal staat.
De illustraties in het boek hebben een duidelijke toegevoegde waarde. De cover is erg aantrekkelijk en ook de hoofdstuktitels zijn voorzien van mooie tekeningen van vogels. Voorin het boek bevinden zich twee plattegronden: een van het bos en een van Poeldal. Altijd fijn om de afgelegde routes te reconstrueren en zo het verhaal intenser te beleven.
Het is een verhaal voor kinderen van 10-12 jaar die van zowel van een spannend avontuur houden als ook van boeken waarin dieren en de natuur een hoofdrol spelen. Het is daarmee een zeer realistisch verhaal dat vooral ook draait om de vriendschap tussen twee jongens. Een band die verstevigd wordt wanneer ze een gezamenlijke passie blijken te hebben.
Het vijfde deel alweer van het Ministerie van Oplossingen. En wat een heerlijk boek. Ooit heb ik deel 1 gelezen, dat ik alleen al vanwege de titel direct wilde lezen. En ook dit vijfde boek maakt de verwachtingen meer dan waar. Ondanks dat ik de tussenliggende delen niet gelezen heb, zat ik er direct helemaal in. Het boek begint met een korte uitleg wat het Ministerie van Oplossingen doet en ook gaandeweg het verhaal wordt een en ander duidelijk uitgelegd.
De hoofdpersonen Nina, Alfa, Ruben, Kai en mevrouw Vis zijn in Genève om een conferentie bij te wonen van alle ministeries over de hele wereld. Al gauw raken ze betrokken bij een zaak waarvoor een oplossing gezocht moet worden. Vlakbij staat namelijk een verlaten villa en het verhaal wil dat het er spookt. Dat vraagt om nader onderzoek en stapje voor stapje slagen de kinderen erin om het echte verhaal over de vervallen burcht boven tafel te krijgen.
Het is geen echt griezelverhaal, maar eerder een spannende detective vol mysterie en vooral ook nuchtere en praktische oplossingen. Een lekker weglezend boek vol avontuur dat de lezer ook op een subtiele manier aan het denken zet over allerlei kleine en grote problemen.
Een vuistdik boek boordevol spanning, avontuur, humor en verrassende wendingen.
Net als het eerste deel speelt ook dit verhaal zich af in een andere dimensie, namelijk Het Verborgen Land dat bevolkt wordt door sprookjesfiguren. Je zou denken dat die er nog ‘lang en gelukkig leven’, maar helaas is een tovenares eropuit om de wereld en haar inwoners te vernietigen. Stof genoeg voor een vuistdik boek boordevol spanning, avontuur, humor en verrassende wendingen.
De meeste personages in dit verhaal zijn bekende sprookjesfiguren als koningen en koninginnen, prinsessen, elfjes en feeën. Zo maken Roodkapje, Doornroosje, Assepoester, maar ook Repelsteeltje en Moeder de Gans in dit boek hun opwachting. Chris Colfer geeft deze personages een nieuw gezicht. We leren wat er gebeurde nadat het sprookje afgelopen was, maar ook wat eraan vooraf ging. En vooral dat laatste blijkt essentieel om in te zien wat ervoor gezorgd heeft dat schurken en slechteriken zich zo wreed gedragen. De wraakzuchtige tovenares Ezmia blijkt daarop geen uitzondering te zijn. Colfer weet ook verrassende verbanden te leggen en situaties een onverwachte wending te geven. Met aan het eind van het verhaal een belangrijke levensles: Compassie hebben voor een ander blijkt een waardevolle karaktereigenschap te zijn die zelfs bekende sprookjesfiguren niet altijd hebben.
Een heerlijk spannend en vooral ook geestig boek
Wat doe je wanneer de nieuwe juf vreselijk gemeen blijkt te zijn? Juist, dan ga je al een echte detective op zoek naar een manier om van haar af te komen! In Juffrouw Pots van Tosca Menten spelen twee dappere kids de hoofdrol in een spannend maar bovenal ook erg grappig verhaal.
Kaya en haar vriendje Simon zijn de buitenbeentjes van de groep 7. Ze zijn dom, sloom en lui. Althans, dat is wat hun omgeving vindt. En omdat ze blijkbaar toch niet aan alle verwachtingen voldoen, besluiten de twee zich nergens meer iets van aan te trekken en een winterslaap te houden. Op die manier zullen ze hun tijd wel slapend uitzitten. Wanneer ze op een dag geconfronteerd worden met een nieuwe juf, moeten ze toch in actie komen. Want juffrouw Pots is streng, ze houdt er belachelijke regels op na, ze stinkt en zweet, ze pest en treitert en voert iets geheimzinnigs in haar schild.
Het verhaal over juffrouw Pots is erg geestig en deed mij soms denken aan Mathilda, van Roald Dahl. De humor wordt nog eens extra onderstreept door de geweldige illustraties die Geert Gratama voor deze herdruk maakte. Maar Menten maakt er ook een echte detective van. Ze doseert de informatie zodanig dat je als lezer steeds een klein stapje voor loopt op wat Kaya in het boek over de juf ontdekt. Zo worden de lezers echt het verhaal ingetrokken.
Juffrouw Pots zal vanwege het thema en de manier van vertellen veel kinderen aanspreken. Echt een aanrader dus om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of 9 of voor kinderen tussen 10 en 12 om zelf te lezen.
Encyclopedieën lijken tegenwoordig iets uit een ver verleden. Zoek je informatie over een onderwerp? Dan zoek je op het internet. Toch is Andrew Pettie erin geslaagd om een naslagwerk te maken waar een kind zich echt in kan verliezen. In een overzicht van zo’n 300 lijstjes en even zoveel foto’s en illustraties weet hij informatie zodanig te verpakken dat je als kind niet anders dan gefascineerd raken door dit heerlijke boek.
Het succes zit hem in de vorm waarin alle informatie gegoten is. Het is geen alfabetische opsomming van onderwerpen, maar een overzicht van leuke lijstjes die op thema gerangschikt zijn. Van natuur en ruimte tot uitvindingen en bijzondere mensen. En dat is een gouden vondst, want saai van begin naar eind lezen is er niet bij. Kinderen kunnen kriskras door dit boek op avontuur. En wanneer je informatie gepresenteerd krijgt in de vorm van een lijstje gaat dat er vaak in als koek. De grootste, de kleinste, de beste of gekste; veel (grote en kleine) mensen zijn dol op dit soort overzichten. Zelfs de voetnoten worden in dit boek interessant om te lezen, want hierin weet Pettie ook nog veel anekdotes, feitjes en weetjes te verstoppen. En als je alle info ook nog eens in een prachtig vormgegeven en kleurrijk boek weet te vangen, scoor je punten bij jonge lezers.
Britannica Listopedia is een fijn boek om zo af en toe eens op te pakken, erin te neuzen of te bladeren. En voor je het weet ben je erin verdiept en steek je ongemerkt heel veel wetenswaardigheden op. Ideaal dus voor iedereen (jong én oud) die nieuwsgierig is.
Vuur is een lekker lezend en vooral leerzaam boek over alles wat met vulkanen te maken heeft.
Vulkanen zijn imponerend, levensgevaarlijk, maar ook nuttig. Geen wonder dat ze bij veel mensen tot de verbeelding spreken. Wanneer de kans zich voordoet om in IJsland een vulkaanuitbarsting bij te wonen en live getuige te zijn van het ‘echte werk’, laat Arend van Dam die niet aan zijn neus voorbij gaan. Hoewel…. Het tripje loopt op een teleurstelling uit, want de vulkaan houdt zich op dat moment koest.
Maar Van Dam laat zich niet uit het veld slaan en stelde een informatief en lekker lezend boek samen over vulkanen. Aan de hand van persoonlijke herinneringen, ooggetuigenverslagen, wetenschappelijke informatie en een flinke portie legendes en verhalen weet hij zijn lezers mee te nemen in de fascinerende wereld van vulkanisme. Geen kleurig vormgegeven naslagwerk boordevol foto’s van spectaculaire uitbarstingen, maar een verslag van een persoonlijke zoektocht naar informatie en antwoorden op vragen die hem bezighouden. Hoe zijn vulkanen ontstaan? Welke soorten zijn er? Zijn er spannende verhalen over te vertellen? Op zijn zoektocht naar antwoorden krijgt hij hulp van deskundigen en kinderen over de hele wereld.
Het boek is voorzien van zwartwit foto’s, verhelderende illustraties en een handige landkaart waarop de besproken vulkanen terug te vinden zijn. Daarbij wordt veel info gegoten in de vorm van verhalen van ooggetuigen en oude legendes van plaatselijke inwoners. Ook de wetenschappelijke info wordt op begrijpelijke manier uitgelegd. De hoofstukken zijn bovendien niet te lang waardoor de hoeveelheid informatie compact en aantrekkelijk blijft. Ook spannende hoofdstuktitels zoals ‘Pindakaas en slushpuppie in een krokant jasje’ zorgen ervoor dat het boek nergens saai wordt.
Kortom, Van Dam schreef met aanstekelijk enthousiasme een lekker lezend en vooral leerzaam boek voor nieuwsgierige kids vanaf ongeveer 8 jaar.
In dit vuistdikke boek laat auteur Chris Colfer je in rap tempo kennismaken met een stoet bekende en minder bekende sprookjeshelden. Ze vormen de personages in een spannend, af en toe verrassend avontuur over een tweeling die de weg terug naar huis moet zien te vinden in een bizarre sprookjeswereld.
Colfer gaat verder waar de oorspronkelijk sprookjes eindigden. Leefden de hoofdrolspelers inderdaad nog lang en gelukkig? Wat is er eigenlijk terecht gekomen van Roodkapje? En wat is het verhaal van de Boze Stiefmoeder van Sneeuwwitje? Dat levert een verrassende kijk op bekende personages op. Zo is niet alles in de sprookjeswereld enkel goed of slecht. Personages hebben ook een andere kant en ook die verhalen worden in dit boek verteld.
Het verhaal heeft genoeg te bieden: Avonturen, een snel tempo, leest daardoor als een trein en heeft een flinke portie droge humor en een verrassende kijk op bekende sprookjes. En natuurlijk heeft ‘De strijd om de magische wens’ net als een echt sprookje ook een boodschap. Niet alles en iedereen is wat het lijkt. Wie goed kijkt, ziet dat ook een ‘slecht’ sprookjesfiguur een persoonlijk verhaal heeft.
Olivia en ik is een kinderboek dat over het thema dood gaat. Geen zelfhulpboek en ook geen griezelverhaal. Maar een ontroerend en bijzonder verrassend boek over vriendschap, verdriet en persoonlijke groei. En dat allemaal gezien door de ogen van een meisje dat al sinds 1891 overleden is.
Meteen al in het eerste hoofdstuk weet Joke Reijnders je als lezer het verhaal in te trekken. Dat komt voornamelijk omdat het gelijk vragen oproept. Waar speelt het zich af? En in welke tijd? Daardoor wil je dolgraag verder lezen. Gaandeweg het verhaal vallen puzzelstukjes op hun plaats en blijkt dat het verhaal zich afspeelt op een kerkhof en dat de hoofdpersonen overleden zijn.
Dat klinkt luguber en je verwacht misschien dat het om een spannend griezelverhaal gaat, maar niets is minder waar. Hoewel de hoofdpersonen dood zijn, blijkt nog steeds dat niets menselijks hen vreemd is. Zo hebben ze bijvoorbeeld nog steeds menselijke gevoelens. Zo ontmoet Cornelia, die al lang geleden gestorven is ‘nieuwkomer’ Olivia. Ze wil graag vrienden worden, maar Olivia houdt de boot af. Cornelia wil haar nieuwe vriendin dolgraag helpen, zelfs wanneer dat betekent dat ze de hulp van een levend persoon moet inroepen.
Het verhaal gaat dus om herkenbare gevoelens als schuld, spijt, schaamte en vooral ook liefde en vriendschap. Door te kiezen voor de setting van een begraafplaats en zijn bewoners biedt Reijnders een verrassend perspectief op thema’s als dood, verdriet en contact tussen levenden en doden. Daardoor is Olivia en ik een mooi en ontroerend boek dat nog lang in je hoofd blijft hangen.
Jakob en de zeven gevaren is een fijn nostalgisch boek met een tijdloos thema.
Het boek geeft een mooi beeld van Nederland in de jaren ’50. Vriens tovert het mooi voor onze ogen. Hij schildert het straatbeeld met een mandenmaker, een schillenboer, een snoepwinkel en de winkel van oom Herman en tante Tilly waar onder andere hoelahoeps verkocht worden. Maar het is niet alleen suikerzoete nostalgie; de lezer maakt ook kennis met het hardvochtige schoolmeester Hoeben, de strenge moraal van de pastoor en de starre tante Tilly die Jakob de omgang met Claartje wil verbieden. Vriens beschrijft alles met de nodige humor, waardoor het nergens te zwaar wordt.
Hoewel het verhaal zich dus meer dan 60 jaar geleden afspeelt, is het zeker niet ouderwets. Ook vandaag de dag zijn de thema’s over vriendschap en volwassen worden heel herkenbaar. Want die enge hond, de angst voor zombies of de plaatselijke pestkop; ze zijn van alle tijden. Ook de stoere en dappere Claartje zal de lezer aanspreken. Jakob en de zeven gevaren is een leuk en leerzaam verhaal, want je leert er ongemerkt ook over typische jaren ’50 zaken. Jacques Vriens laat bovenal zien dat een kinderboek niet altijd groots en meeslepend, maar ook klein en intiem kan zijn.
Het geheim van de schaduwgruw is een heerlijk sfeervol en spannend boek dat verder gaat waar de eerdere avonturen van Herbert Citroen en Violet Purperwier ophielden. Maar je hoeft de eerdere delen (Het geheim van de Malamander en Het geheim van Gargantis) niet gelezen te hebben om van dit avontuur te genieten. De schrijver weet je vanaf het eerste moment te pakken met zijn mooie sfeerbeschrijvingen, zijn grappige woordspelingen, zijn bijzondere personages en fantasievolle en spannende verhaal.
Als je dit boek leest is het alsof je naar een spannende film zit te kijken. Er komt van alles aan bod: Een geheimzinnige goochelaar, een oude legende van een toverlantaarn en een verlaten ondergronds gangenstelsel. Alles bij elkaar zorgt het voor een spannend avontuur. Echt zo’n boek waarmee je op een gure winterdag op de bank kruipt en dat je meevoert naar een andere wereld.
De schrijver besteedt veel aandacht aan sfeerbeschrijvingen waardoor je het dorpje, de straten en de huizen echt voor je ziet. Sommige zinnen zijn daardoor wat aan de lange kant. Voor een 7-jarige die nog niet zo goed kan lezen is dat misschien wat ingewikkeld. Ik raad aan om het boek voor die leeftijdscategorie voor te lezen. Want ook ouders zullen vast en zeker veel plezier beleven aan dit boek. Zo zijn de subtiele woordgrapjes die Thomas Taylor in de namen van de personages verwerkt, eerder voor hen bedoeld dan voor de kinderen zelf. Die focussen waarschijnlijk meer op de spannende verhaallijn. En dus heeft dit boek voor verschillende soorten lezers iets moois te bieden.
De schaduwgruw is geschikt voor kids vanaf een jaar of 8 die houden van avontuurlijke verhalen met een vleugje magie.
"Een heerlijk boek dat je van de eerste tot de laatste bladzijde meeneemt in een betoverende en spannende wereld."
Het verhaal speelt zich af in het sfeervolle kustdorpje Owee aan Zee. In het Grand Hotel Nautilus werkt Herbie Citroen, een jongen die het beheer heeft over de afdeling gevonden voorwerpen. Hij leidt er een rustig bestaan, tot het moment dat er ineens een meisje opduikt. Violet Purperwier zoekt Herbies hulp, want ze is ook iets kwijt: namelijk haar ouders die vlak na haar geboorte op mysterieuze wijze verdwenen. Als ware detectives gaan de twee op zoek naar het verhaal achter de verdwijning. Tijdens hun speurtocht komen er bijzondere personages op hun pad en leren ze meer over de aloude legende van de malamander, een zeemonster dat een keer per jaar een ei legt dat magische krachten bezit. Een ei dat iedereen wel in zijn bezit zou willen hebben.
Het geheim van de malamander bevat een uiterst succesvolle mix van spanning, avontuur en een flinke dosis fantasie en magie. Thomas Taylor weet met zijn mooie en beeldende taalgebruik niet alleen fantastische personages te beschrijven, hij trakteert de lezer ook op fantastische uitvindingen. Wat te denken van een zeemeeraap die voor jou een boek vindt in de leesapotheek. Of een krasse oude dame die met behulp van een cameraluna, (een soort projector die op maanlicht werkt) kan zien wat er allemaal in het dorp gebeurt. Voeg daarbij nog een legende over een zeemonster, een spannend personage als de bootshaakman en een oud scheepswrak voor de kust en je hebt eigenlijk helemaal geen illustraties in dit boek nodig.
Het boek is geschikt voor zowel jongens als meisjes vanaf ongeveer 8 jaar, maar ook voor oudere kinderen is dit boek vol humor, avontuur en magie zeker een aanrader.
Sanne Rooseboom – Het Ministerie van Oplossingen
Er zijn van die boeken waarvan je denkt: dit boek wil ik lezen! Vaak ligt dat aan de pakkende titel of aan de mooie kaft. In het geval van ‘Het Ministerie van Oplossingen’ van Sanne Rooseboom kun je beide redenen met een gerust hart afvinken. Pakkende titel? Check! Want hoe mooi zou het zijn als er een officiële instantie bestaat die zich bezighoudt met het oplossen van grote en kleine problemen? Ook wat betreft de vormgeving valt het boek meteen op. We zien een keurig huis maar op de bovenste verdieping is het een vrolijk rommeltje. Wat gaat er achter dat gordijntje schuil en waarvoor dienen al die antennes op het dak?
Reden genoeg dus om dit boek te willen lezen. En gelukkig maakt het verhaal de verwachtingen waar. Het boek is niet alleen spannend, maar bevat ook de nodige portie humor. Vooral vriendinnetje Alfa is een vrolijke spring-in-het-veld die nogal eens wil doordraven. Een prima mix dus van spanning en humor. Ik vond het persoonlijk jammer dat de illustraties in het binnenwerk zwart-wit zijn, maar Mark Janssen weet desalniettemin de sfeer van het boek goed te treffen.
Het gegeven dat je alledaagse problemen van jong en oud op kunt lossen met behulp van een doos verkleedkleren en een paar listige trucjes spreekt iedereen aan en biedt bovendien genoeg inspiratie voor andere verhalen. En gelukkig kunnen de fans van Het Ministerie met drie vervolgdelen voorlopig vooruit.
Het boek is een aanrader voor zowel jongens al meisjes. Om voor te lezen vanaf een jaar of 8 en om zelf te lezen vanaf 9 à 10 jaar.