Evert Duvivier

Waarom ik graag kinderboeken lees? Tijdens het lezen waan je je al snel in een fantasiewereld, in spannende situaties of in gebeurtenissen uit de geschiedenis en leef je mee met de hoofdpersonen. En zeg nou zelf.. Wat is er fijner dan helemaal verdwalen in een mooi verhaal?
Bespreking(en) door Evert Duvivier
Elke stad of streek heeft zo wel zijn eigen legendes die doorverteld worden. Vaak spannende verhalen over mysterieuze wezens of gebeurtenissen. Zo is het ook in het stadje Owee aan Zee. Daar wordt jaarlijks Gruwelavond gevierd, met als één van de hoogtepunten de uitvoering van een schimmenspel. In dit schimmenspel draait het om de legende van de Schaduwgruw, een schaduw van een man met hoorns op zijn hoofd en een brede Jan Klaassen-grijns, die andere schaduwen vangt en zo de macht over die personen krijgt.
De komst van de bekende illusionist Caliastra zet het leven van Herbie Citroen (gevonden-voorwerper in het Grand Hotel Nautilus) op z’n kop. Violet Purperwier (vriendin van Herbie) denkt er het hare van en vertrouwt Caliastra niet. Herbie en Violet belanden in een spannend avontuur en komen steeds meer te weten over verschillende inwoners van Owee aan Zee, over Caliastra en over de legende van de Schaduwgruw. Of is het, zoals de auteur schrijft, dat “in het hart van elke legende een sprankje waarheid schuilt” en is de Schaduwgruw levensecht?
‘Het geheim van de Schaduwgruw’ is prima te lezen door kinderen in de bovenbouw. Het verhaal is goed opgebouwd en spannend. Daarnaast zijn de personages boeiend beschreven, maakt de auteur gebruik van de nodige fantasie en bedacht hij mooie nieuwe woorden als fantasiemagorieën, domkopperds en Aangespoeldewarenhuis.
Dit boek is het derde deel in de reeks over Herbie Citroen, er komen wel personages en gebeurtenissen terug uit de eerste twee delen. Zelf vind ik het altijd prettig om een boekenreeks vanaf het begin te lezen, maar het boek is naar mijn mening goed te lezen zonder de voorkennis uit vorige delen.
‘Romeo en Julia: een vleselijk liefdesverhaal’ is de ondertitel van dit boek en daar is niks aan gelogen. Het verhaal gaat over Rowad en Julie, die beiden uit een slagersfamilie komen. Toevallig bevinden deze slagerijen zich naast elkaar, in de Veronalaan. De families zijn geen goede buren, maar eeuwige rivalen. Het boek is opgedeeld in vijf delen. Eerst lees je over de families van Rowad en Julie, de geschiedenis van de slagerijen en hoe het kan dat de families elkaars bloed wel kunnen drinken. Deel twee vertelt over Rowad en Julie, hoe ze opgroeien en hoe de één de ander op een dag op date vraagt. Daarna gaat het boek verder met het verhaal na deze eerste date, hun stedentripje naar Parijs en tot slot het onvermijdelijke einde van dit liefdesverhaal.
Het boek leest lekker vlot en dat komt door de schrijfstijl van de auteur. De link met het eeuwenoude verhaal van Romeo en Julia is duidelijk aanwezig, maar de schrijver heeft het verhaal wel aangepast aan deze tijd. De al eerder genoemde verschillende delen van het boek geven belangrijke keerpunten in het verhaal weer, waardoor je als lezer nieuwsgierig blijft naar het verdere verloop van het verhaal.
Hoewel de hoofdpersonen ouder zijn, is het een prima boek om (voor) te lezen in groep 7 of 8. In de klas kan je het verhaal van Rowad en Julie vergelijken met het originele verhaal van Romeo en Julia (Wat zijn de overeenkomsten? Wat zijn de verschillen?). Ook zou je de leerlingen een alternatief einde kunnen laten schrijven, dat misschien iets minder bloederig is dat het einde in dit boek..
Stel, je bent eerstejaars aan een maritieme academie en je staat op het punt om het examenweekend in te gaan. Vlak nadat je de academie hebt verlaten wordt deze door een aanslag verwoest. Er is eigenlijk maar één optie: met een boot de oceaan op en zo proberen uit handen te blijven van de aanslagplegers. Dit is dan ook het enige dat Ana Dakkar en haar klasgenoten kunnen doen. Ze studeren aan Pencroft-Harding, een maritieme academie, en zouden een examenweekend op zee hebben. Maar dit gaat echter steeds meer op een militaire missie lijken. Tijdens de tocht op zee ontdekt Ana steeds meer over zichzelf en haar familie. Ze leert haar klasgenoten beter kennen, ziet in dat ieder zijn of haar kwaliteiten heeft. Deze kwaliteiten hebben ze hard nodig in hun strijd tegen de vijand. En waarom lijkt vooral Ana het doelwit van deze vijand te zijn?
Omdat het boek in de ik-vorm is geschreven, krijg je alle gedachtes en gevoelens van Ana mee. Dit helpt zeker om het verhaal spannend te maken. De auteur beschrijft de situaties echter wel zo dat je ook een beeld krijgt van wat er buitenom Ana gebeurt.
Het boek past prima onder de noemer ‘sciencefiction’: er worden bepaalde wapens, technieken en materialen in beschreven die op dit moment nog niet ontwikkeld zijn. Dit zorgt voor een aantal verrassende momenten in het boek.
Qua inhoud staat er regelmatig moeilijke woorden en begrippen in de tekst en sommige stukken zijn ingewikkeld om te lezen. Het boek past binnen ‘young adult’, al zouden goede lezers uit groep 7 en 8 het boek ook kunnen lezen.
Als je het boek in de klas gebruikt, koppel er dan deze onderwerpen aan:
- onderwaterwereld
- communicatie met dieren
- high tech
- artificiële intelligentie
- maritieme beroepen
- boeken van Jules Verne
Wat doe je als je als genoeg hebt van de jurken van je moeder en je wel eens wat nieuws aan wil doen? Juist, dan zorg je ervoor dat je een veelbelovende naaister in dienst neemt. Dat is precies wat Sebastian doet. Klein probleem, Sebastians ouders zijn de koning en koningin van België. Sebastian woont samen met hen in Parijs en hoewel hij verkleed het nachtleven geweldig vindt, moet alles wel geheim blijven. Naaister Frances wil de beste ontwerper van de wereld worden, maar zet deze droom opzij om het dubbelleven van Sebastian geheim te houden. Dit wordt echter steeds moeilijker, totdat het helemaal onmogelijk wordt.
Mooi sprookjesachtig verhaal, dat zich afspeelt in Parijs, aan de vooravond van de moderne tijd. Het boek is een graphic novel, waarin de tekeningen het verhaal meer dan versterken en ervoor zorgen dat je het boek zo uitleest. De tekeningen zijn kleurrijk, er zitten close-ups tussen, de emoties spatten soms van de bladzijdes af.
Het verhaal zit vol spannende momenten. Je leeft mee met Sebastian, hopend dat zijn geheim niet uitkomt. Maar je leeft ook mee met Frances, omdat zij door Sebastians geheim ook niet degene kan worden die ze graag wil zijn.
Het worstelen met je eigen identiteit, dromen hebben die niet aansluiten bij verwachtingen van anderen en jezelf wegcijferen voor het geluk van een ander zijn de hoofdthema’s in dit boek. Vanwege deze thema’s is het boek te lezen in de bovenbouw. Omdat het boek een graphic novel is, is zelf lezen het handigst. Als je het boek in de klas wil gebruiken, dan kan je enkele bladzijdes of illustraties laten zien via het digibord. Het boek leent zich ook voor een groepsgesprek over de hoofdthema’s, waarin ruimte moet zijn voor ieders keuze en het respect hebben voor de keuze van iemand anders. Want waarom zou dit moderne sprookje geen werkelijkheid kunnen zijn…
Oskar Kroon – Wachten op de wind
De auteur neemt je mee naar een eiland, waar het nogal rustig lijkt. Voor hoofdpersoon Wieke is het echter de perfecte plek om daar bij haar opa de zomervakantie door te brengen en zo even weg te zijn van alles wat er op vaste land gebeurt en gebeurd is. Elke dag ziet er ongeveer hetzelfde uit en Wieke heeft genoeg aan het gezelschap van opa en aan de natuur van het eiland.
Beetje bij beetje knapt Wieke een snipa (een soort boot, gekregen van haar opa) op en in hetzelfde tempo kom je steeds meer te weten over Wieke. Een ontmoeting met Rut verandert Wieke en net op het moment dat de beginnende vriendschap met Rut uitgroeit tot iets meer, gebeurt er iets waardoor Wieke terug moet naar het vasteland.. Zal ze daarna deze zomer nog terug kunnen keren naar het eiland?
Doordat het verhaal in de ik-vorm is geschreven, krijg je alle gevoelens en gedachten van Wieke mee en word je echt meegenomen in het verhaal.
Het boek kan worden voorgelezen, maar vanwege de schrijfstijl is het verhaal misschien makkelijker om het zelf te lezen (vanaf 11 jaar). Mocht je het boek voorlezen in de klas, dan zijn dit een aantal lessuggesties bij het boek:
- Een plattegrond maken van het eiland, op basis van de beschrijving uit het boek
- Informatie opzoeken over de vogels en andere dieren die worden genoemd
- Een tekening of beschrijving maken van de boot van Wieke
Het goed geschreven verhaal, met daarin een aantal verrassende wendingen, maken van ‘Wachten op de wind’ een erg mooi boek om te lezen.