Anny Vermeersch
Kinderboeken, het ideale middel om met de kleinkinderen veel gezellige uren door te brengen. Het is rustgevend, hun fantasie wordt aangescherpt en hun taalkennis groeit.
Zo beleef je met hen fantastische dingen die in het echt niet bestaan. En er is de ervaring dat dit de basis is om als jongere te blijven lezen.
Bespreking(en) door Anny Vermeersch
Een prachtig leesboek, boeiend en spannend tot de laatste bladzijde.
Het thema vind ik zeer origineel: een 12 jarig boefje Gabriek Avery, wordt aangesproken door een leraar van een heel speciale school, een school waar je leert om de beste crimineel van het land te worden. Maar dit alles met een nobel doel: goed doen. Hier en daar ook passages om duidelijk te maken wat een rechtvaardige wereld zou zijn. Heel goed geschreven, spanning wordt opgevoerd, heel veel fantasie en ‘ongelooflijke’ wendingen kenmerken het boek. De personages zijn goed uitgewerkt, bij het lezen kan je hun karakter en drijfveren leren kennen. Ik denk dat dit een zeer goed boek is om in een groep (de klas) een gesprek te hebben over waarden en normen. Gabriel steelt niet zomaar, hij neemt wat zijn oma en hij nodig hebben. Het werken voor een nobel doel doet me denken aan de figuur van Robin Hood. Hij slaagde er ook in om het teveel van de rijken af te nemen en door te geven aan de armen. Rechtvaardigheid en eerlijkheid komen aan bod. Ook de vriendschap met de medeleerlingen is goed uitgewerkt. De warme relatie met zijn oma is goed beschreven. Lezers vanaf 10 jaar kunnen van dit boek genieten. En.. de titel is duidelijk tweevoudig: het boek beschrijft de eerste klas van Gabriel, en hij kan een zakkenroller eerste klas worden. Uitkijken naar een tweede boek dus.
Medina, een Spaanse schrijver, presenteert hier een prachtig boek.
Havens betekenen voor elk mens, en zeker ook voor kinderen, een wereld van verbeelding, van raadsels en geheimen. Het is een plaats van vertrekken en terugkomen , van avonturen, van vaarwel of tot ziens. Van iedere haven is een geschiedenis te vertellen, het is een plaats waar je grote en kleine boten aantreft. Handel en visserij, zo belangrijk in de samenleving, vinden er een plaats. Ik merkte ook dat vuurtorens voor kinderen zeer aantrekkelijk zijn. Denk maar aan de vele kinder- en jeugdboeken met vuurtorens in de hoofdrol.
In het boek trekken we de wereld rond, iedere keer weten we waarom deze haven belangrijk is. Er wordt een link gelegd naar de stad én belangrijk, overal staat er een interessant weetje bij. De prachtige tekeningen onderstrepen de inhoud, vb bij Londen staat een dubbeldekker als herkenning van de stad. De laatste twee bladzijden zijn een zoekboek: de opdracht is de tekeningen terug vinden bij de respectievelijke havens. Zo merk je hoe het boek begrepen is. Samen kijken en lezen kan vanaf 4 jaar, vanaf 7 jaar is zelf lezen mogelijk.
Jammer dat een wereldkaart ontbreekt om havens, zeeën, rivieren te situeren. Dit zou een interessant extraatje zijn.
Tot slot: wist je dat pinguïns op de Zuidpool wonen en ijsberen op de Noordpool?
Leren kijken vanuit de slak, kan je gelukkig maken.
Twee ongewone hoofdpersonages vormen de rode draad in het boek: een pad en een slak. Opvallend is hoe al snel duidelijk wordt wie de leukste is van de twee. De pad zeurt het hele boek door, de slak probeert haar op te beuren door haar te doen kijken naar de mooie dingen. Steeds herhaalt de pad: is dit dan de gebeurtenis?
Een ideaal boek om stil te staan bij wat leeft rondom ons. De illustraties vormen een geheel met de tekst. De natuur in al zijn details wordt prachtig in beeld gebracht.
Het is een ideaal boek om met de kinderen de natuur te beleven. De aandacht voor de kleinste bijzonderheden (een distel, een mier, een kruimel, een bes) herken je zeker. Een kind ziet veel meer dan een volwassene. En een kind kijkt niet alleen, maar verwondert zich over de schoonheid van de kleine dingen. Het is een boek om voor te lezen vanaf 4 jaar, en een beginnende lezer kan hier en daar een passage overnemen. Dat is ook heel leuk want er zit een verhaal in en de kinderen zijn nieuwsgierig wat de slak nu weer ziet.
En tot mijn verwondering zag ik het boek in de winkel bij een natuurreservaat, maar daar was het zeker op zijn plaats!
Dit boekje is voor de kinderen een ontdekking. Ze hoorden al over de zorg voor het milieu en de dieren, en er is een zekere gevoeligheid om de problemen in de natuur aan te pakken. We vinden 15 prachtige illustraties, te bekijken in 3D. Door deze voorstelling, springen de dieren je als het ware tegemoet als je het boekje open slaat. De kleuren zijn zeer afwisselend. Je reist over de verschillende werelddelen, en maakt kennis met de meest onwaarschijnlijke dieren: vissen, kikkers, zoogdieren, vogels, en insecten.
Zeer origineel vind ik dat er geen uitgebreide beschrijving staat, maar telkens een weetje over het dier in kwestie. Zelf geleerd dat de Borneose orang-oetan elke nacht een nest maakt van takken! Het is een boekje om meermaals te bekijken, en ook om mee te werken. Bijvoorbeeld kan je het koppelen aan een wereldkaart om de diverse continenten en landen te situeren. Voor een knutsel-graag kind is het ook mogelijk om de figuren na te tekenen.
De leeftijd voor dit boekje: van 6 tot 8 jaar. Zelf lezen is nog moeilijk want het zijn geen eenvoudige namen van dieren. Besluit: als je kinderen wilt laten kennismaken met bedreigde diersoorten, dan is dit zeker een gepast mooi boekje.
Dit boek is een prentenboek met tekst op rijm.
Inhoudelijk worden alle soorten licht beschreven. Dit doet de auteur aan de hand van een willekeurig dorp, in de verschillende huizen in de straat worden diverse feesten gevierd.
De rode draad is ongetwijfeld het licht en de warmte voor allen die erbij zijn. Feest en licht staan voor liefde en samenzijn. Verschillen in kleur, religie doen er niet toe.
Belangrijke rol is voor Klein Lichtje, enigszins aan de kant maar toch sterk aanwezig en gewaardeerd. Dat is een teken van hoop in de diverse wereld. Verschillen doen er niet toe.
De vorm, alle teksten op rijm, is aanvankelijk wat bevreemdend. Maakt het voorlezen niet zo makkelijk. De tekst komt soms wat kunstmatig over. Maar naderhand vlot het wel en kunnen de kleuters dit zeker herkennen. De rijmpjes, kunnen ook afzonderlijk gebruikt worden.
De illustraties zijn prachtig uitgewerkt en vragen wat tijd om alles te zien. Je kunt er ook een zoekplaat van maken.
De leeftijd om dit boek te waarderen, schat ik zo op 4 tot 6 jaar.
Een boek dat van mij veel sterren krijgt, zowel voor vorm, illustraties en inhoud. Terecht werd Hond en Wolf bekroond met een Vlag en Wimpel.
Toen ik het boek in handen kreeg, was ik direct gemotiveerd om eraan te beginnen: mooie kaft, een titel die je nieuwsgierig maakt.
De illustraties van Marije Tolman zijn eenvoudig, eigentijds en bieden veel ruimte tot fantasie.
Het boek is een verzameling van 3 verhalen: Wolf en Hond, Wolf, Hond en Kat en Hond bijt Wolf. Zij beleven telkens heel wat avonturen. Soms is het spannend (zal Wolf hond bijten? of omgekeerd?) soms wordt veel boosheid getoond: Hond is boos als Kat hem een muis noemt.
Ieder verhaal is ingedeeld in kleine stukjes. Dit maakt het zeer hanteerbaar, zowel om voor te lezen als om de 6-jarige zelf te laten lezen.
Een grote troef ten opzichte van andere eerste leesboekjes is dat er hier een spannend en grappig verhaal in zit. Het zijn niet enkel woordjes en zinnetjes. Dit maakt de jonge lezer nieuwsgierig en zo is er meer motivatie om verder te lezen.
Het boek vertrekt van een echt probleem: de windjes van de prinses zijn warm en zoet, daardoor verschilt het prinsesje erg van andere mensen. Ze vindt dat heel erg.
Dit uitgangspunt is zeker grappig en tegendraads.
De illustraties zijn goed, zeker de hilarische tekening van de keuken, waar iedereen in actie schiet om het juiste voedsel klaar te maken, zodat het prinsesje stinkerds kan laten. Zo is dit eigenlijk een zoekboek en tegelijk kan je een babbel hebben over gezond eten, onder andere veel groenten en fruit.
Het verhaal is niet zo sterk als de Ridder zonder billen, maar sluit er wel bij aan.
Het gaat ook over anders zijn en daar ongelukkig over zijn. Het prinsesje vindt begrip bij haar moeder, en die zoekt met haar naar een oplossing.
Het fantastische van het probleem stimuleert de verbeelding. Op deze leeftijd spreekt de thematiek (scheten en stank) sterk aan.
Dus giechelen en lachen geblazen. Vooral de tekeningen bekijken, je kunt er heel veel in terug vinden. De gewaarwordingen en gevoelens worden goed weergegeven.
Het is een boek om voor te lezen aan drie- tot vierjarigen.
Raar maar waar, het is ook een boek dat niet of moeilijk besproken wil worden. Maar wie zich waagt aan het lezen, of niet lezen, kijken, of niet kijken, zal met de kinderen zeer veel plezier beleven.
Het is een knotsgek boek dat van de voorlezer enige inspanning vraagt: je moet zingen, blazen, rare woorden lezen, … De woorden kantelen, vervormen met leuke klanken, zijn in verschillende letters gedrukt. De tekst wordt soms groter, soms kleiner. Een volwassene, kind en een konijn! zijn de hoofdfiguren.
Ik denk dat het bruikbaar is vanaf 5 jaar. De fantasie wordt geprikkeld en het rebelse van het boek is ook een troef voor die leeftijd.
Kortom een boek dat enige inspanning vraagt, maar dat zeker de moeite waard is.
Dit is een prachtboek: zeer mooi uitgegeven, een goed verhaal, de illustraties zijn onovertroffen.
Pinguin ziet Beer graag. Maar hij is triestig omdat hij het niet gezegd krijgt.
Meteen merk je dat gevoelens een centrale plaats hebben: verdriet, verliefdheid, blijdschap.
Opvallend: door hun dromen en gedachten te vertellen leren ze elkaar begrijpen. Ik denk dat dit een goede ingang is om met de kleuter het gesprek aan te gaan: je kunt elkaar begrijpen door te praten, en soms zijn er zelfs geen woorden nodig om elkaar te verstaan.
Een ander gevoel dat naar voor komt: is de eenzaamheid bij Beer als Pinguin na een lange zomer vertrekt. Hij ervaart leegte, het plezier en de warmte zijn weg. Een prachtig beeld: Beer laat een traan en zwemt die achterna. Een rake beschrijving van liefde: een zee van liefde.
Het is een boek waar je zelf blij van wordt en de kleuter (zo vanaf 4 jaar) met jou.
Liefde trekt zich niets aan van anders zijn.
Dit is duidelijk een voorleesboek voor de allerkleinsten: zeer korte verhaaltjes, eigenlijk zijn het situatieschetsen van wat een peuter en zijn ouders meemaken. Er zit rijm en ritme in de zinnen, zo hou je de aandacht van het kindje vast. De eenvoudige tekeningen laten toch toe om de emoties op de gezichtjes te zien. Boos, stout, blij, bang, verdriet, pijn hebben… het is allemaal herkenbaar.
De verhaaltjes zijn hier en daar grappig, maar vooral illustratief voor de leefwereld van de peuter. Om het met een hedendaags woord te zeggen: schattig. In het boek vinden we ook een aantal bladzijden met tekeningen van herkenbare voorwerpen. Dit oefenen met de peuter kan zeer leuk zijn.
Kortom een boek voor zeer jonge kinderen, met korte verhaaltjes die goed geschikt zijn om voor te lezen en om samen met het kindje nieuwe woordjes en begrippen aan te leren
Dit is een prachtig geïllustreerd voorleesboek. Tijl, opa en de beer gaan naar de dierentuin met de trein.
De illustraties ondersteunen het verhaal perfect. Je vindt in de tekeningen de heel belangrijke personages. Ze zijn divers, soms surrealistisch (man met boeket pauwenveren), kinderen in een bagagerek, allerlei gekke spullen op de trein. De tekeningen zijn hedendaags: het is een hippe opa, een moderne trein. De personages worden duidelijk getekend: de nette mevrouw, de juf en de schoolkinderen, de boswachter.
De gevoelens worden prachtig omschreven én getekend: we zien zo hoe de mensen verschillend reageren op een onheilsbericht: bang zijn, oplossingen zoeken, vluchten, elkaar helpen. Dit geeft de gelegenheid om met de kleuter te praten over hoe hij of zij zou reageren. De inhoud van het boek staat ook toe om aan te geven wat een gerucht, een misverstand kan teweeg brengen.
Het lievelingsdier van Tijl (de beer) neemt een centrale plaats in. Dit vind ik wonderwel aansluiten bij de leefwereld van een kleuter: een lievelingsdier, zoals ze van alles zeggen dat het hun lieveling is. Ook een treinreis behoort tot de uitdagende belevenissen voor een kleuter.
Een vervolg van het verhaal kan je verzinnen met de kleuter: wat is zijn/haar lievelingsknuffel? Laat dit de hoofdrol spelen op de trein, ontdek personages waar de kleuter mee bezig is: succes gegarandeerd.
En tenslotte, opa heeft honingkoekjes bij voor de beren in de dierentuin. Bij de ontknoping van het verhaal, weten we wie de koekjes uiteindelijk opeet. Dus lezen maar.
Levina van Teunenbroek, illustraties: Charlotte Bruijn.
Met veel plezier heb ik het boek gelezen en voorgelezen.
Het is een voorleesboek voor kleuters met verschillende troeven: origineel, spannend, ruimte voor fantasie en hilariteit.
Het is een origineel verhaal dat direct aanspreekt door de ongewone thematiek: geen billen hebben. Kleuters kunnen zich het gegeven heel goed voorstellen.
Het hoogtepunt van het boek is zeker het bezoek aan de billenwinkel. Het boek wordt spannend wanneer de ridder de winkel moet zoeken. Gelukkig is de weg uitgetekend en kan de kleuter mee helpen zoeken.
In de winkel kan je de vraag stellen: welke billen zou jij kiezen? Of zijn er nog andere billen? Zo komt de fantasie van de kleuter aan bod. Met blote billen een bommetje doen is aanleiding tot veel geschater.
De tekst is op rijm. Na enkele keren lezen kan de kleuter de zinnetjes meezeggen. Want rijmen is voor hen een spelletje.
Het boek wordt door de vele prachtige illustraties en de uitklapbare flap met de winkel ook een zoekboek. De tekeningen zijn groot, er zijn veel kleuren en er is telkens iets nieuws te ontdekken: de details, bijvoorbeeld de tatoeages van de zeeman, zijn opvallend.
Tot slot is het ook een boek waar zowel verdriet als vreugde te beleven valt. Het wenen van de ridder (een rivier van tranen, de pijn bij het fietsen) is mooi weergegeven in de tekeningen. Het kunnen kopen van nieuwe billen in de winkel is het moment waar de vreugde terugkeert: het vinden van een prinses, en een prins worden die altijd lacht.
Kortom, een boek om veel plezier aan te beleven.